Financiering cultuureducatie uit de lumpsum - Primair Onderwijs

Vanaf schooljaar 2021-2022 zijn de gelden voor cultuureducatie volledig opgenomen in de lumpsum. Eerder waren deze gelden onderdeel van de prestatiebox .

In de oude situatie hadden we de prestatieboxgelden voor cultuureducatie die ieder jaar keurig in de staatscourant gepubliceerd werden. Omdat er specifieke prestaties aan deze gelden hingen moest een school dit ook specifiek verantwoorden. Daarnaast bestond de oude lumpsumregeling uit een set van rekenregels uit het verleden, die nog wel gebruikt werden maar waar je geen aanspraak op kon doen gelden. De berekening van de Londo-gelden was zo’n rekenregel die we ook nog steeds adviseerden te gebruiken. Bij de nieuwe lumpsum zijn alle oude rekenregels komen te vervallen en is er een hele nieuwe beperkte set van rekenregels gemaakt die niets meer met cultuureducatie te maken hebben. Het enige dat we weten is dat scholen (ongeveer) hetzelfde bedrag voor cultuureducatie nog steeds moeten krijgen en dat de lumpsum telkens geïndexeerd wordt.

Op de vraag hoeveel budget er beschikbaar is vanuit de school wordt het steeds lastiger om daar een concreet antwoord te geven. Uiteindelijk is dat impliciet ook de bedoeling van dit beleid; het aantal rekenregels wordt steeds verder teruggebracht; de financiële autonomie van schoolbesturen wordt steeds groter. Bovendien geven de (voormalige) budgetten een onjuist beeld van de investeringen in cultuur vanuit de school; kosten voor scholing kunnen uit het scholingsbudget; de middelen van het NPO kunnen worden ingezet voor de inzet van vakleerkrachten en soms zijn er ook middelen vanuit de ouderraad beschikbaar.

We zouden de slag moeten gaan maken dat we niet meer werken “wat is er aan budget” naar “wat hebben we nodig om te doen wat we ons hebben voorgenomen?”. De meeste scholen hebben een visie en een vorm van beleid; ICC-ers zullen moeten gaan leren om met hun programma de boer op te gaan om middelen te claimen in de schoolbegroting. Scholen, gemeenten en intermediaire instellingen kunnen ook om de tafel gaan om met elkaar de financiële kaders te bepalen.

Dus een bedrag noemen is lastig, zoals we al schreven. Maar als je toch ergens vanuit wil gaan, met inachtneming van de vroegere rekenregels en budgetstructuur, dan zou je kunnen uitgaan van een bedrag van 25 euro per leerling. Dat is een reëel bedrag, dat kan worden gebruikt als een basis om bijvoorbeeld een gemeentelijke matching op te baseren. (Bron: LKCA)

Adres

Proloog Hilversum 
's-Gravelandseweg 55
1217 EH Hilversum

Nieuwsbrief

Wilt u onze nieuwbrief ontvangen?

Dat dan door u >hier< aan te melden.

Oog voor Cultuur in Onderwijs

Proloog maakt cultuureducatie bereikbaar voor alle jonge mensen in Hilversum